In dit artikel wordt een aantal handvatten gegeven voor coöperatief samenwerken. Deze tips zijn gebaseerd op de aanpak van coöperatief samenwerken, die al enkele decennia wordt toegepast in het onderwijs. Deze benadering illustreert de kracht van Co-operations: waarde creëren door over de grenzen van disciplines en sectoren te leren, denken en te handelen.
Coöperatief samenwerken is een onderwijsmethode die gebaseerd is op samenwerking. Kenmerkend voor coöperatief of samenwerkend leren is de noodzaak voor leerlingen om bij het uitvoeren van een leertaak met elkaar samen te werken. De klas wordt ingedeeld in kleine, heterogene groepen leerlingen. In deze coöperatieve leergroepen moeten zij met elkaar discussiëren over de leerstof, elkaar uitleg en informatie geven, elkaar overhoren en elkaars zwakke kanten aanvullen.
Volwassen professionals zijn niet hetzelfde als lagere school leerlingen. Toch kunnen er lessen worden gehaald uit deze aanpak die toepasbaar zijn bij coöperatief optimaliseren, verbeteren over de grenzen van disciplines (Finance, HR, IT, etc.) binnen organisaties. Vandaar dat in het vervolg van deze tekst wordt ingegaan op de vijf basiskenmerken van coöperatief leren. Bij elk kenmerk worden tips gegeven die kunnen worden toepast in een zakelijke context.
Kenmerk 1: Positieve wederzijdse afhankelijkheid in coöperatief samenwerken
Hierbij gaat het er om dat de samenwerkende personen van elkaar afhankelijk zijn voor het succesvol uit kunnen voeren van de groepstaak. Ieder teamlid kan een eigen rol worden gegeven. Pas wanneer alle groepsleden hun rol naar behoren vervullen kan de groepstaak succesvol worden uitgevoerd. Een suggestie om de samenwerking tussen support functies te stimuleren is om multidisciplinaire projectteams te vormen en om hen zelf een erg ambitieuze doelstelling te laten formuleren.
Een ambitie die alleen door samenwerking kan worden gerealiseerd en die vraagt om vernieuwend denken. Stimuleer zo de teams om verder te gaan dan het optimaliseren van de huidige situatie en te kijken naar het ontwerpen van de ideale situatie.
Laat hen de resultaten gezamenlijk presenteren aan een stuurgroep of directie, zodat er een gezonde druk ontstaat op het bereiken van resultaten. Bovendien krijgen de teamleden zo een mooi podium en de erkenning die ze verdienen.
Kenmerk 2: Individuele verantwoordelijkheid in het proces
Hiervan is sprake wanneer de opdrachtgever, of begeleider, ieder groepslid kan aanspreken op zijn of haar bijdrage aan het groepswerk en dit ook daadwerkelijk doet. Hiermee wordt meeliftgedrag (een groepslid laat de rest van de groep het werk opknappen) voorkomen.
Dit lijkt misschien kinderachtig en meer van toepassing op de situatie in het lagere onderwijs. Maar ook in het bedrijfsleven is het nemen van verantwoordelijkheid niet voor iedereen vanzelfsprekend. De tip bij dit punt is even simpel als krachtig: spreek zo expliciet mogelijk uit wie waar verantwoordelijk voor is en beleg die verantwoordelijkheid bij individuen en niet bij groepjes. Dit vanuit de gedachte ‘gedeelde verantwoordelijkheid is geen verantwoordelijkheid’.
Bespreek vervolgens periodiek met elk teamlid de status van de betreffende acties en laat hem/haar zelf bepalen wat er moet gebeuren om mogelijke vertragingen in te halen. Laat als opdrachtgever voldoende ruimte voor het nemen van verantwoordelijkheid door teamleden. Stap niet te snel en teveel naar voren als het even niet gaat zoals jij wilt.
Kenmerk 3: Directe interactie is essentieel
Interactie tussen groepsleden is van belang voor het functioneren van de groep en het leerproces van de groepsleden. De begeleider dient productieve interactie tussen groepsleden te stimuleren. Daarvoor mag de groep bijvoorbeeld niet te groot zijn. Meestal twee tot vier leerlingen, bij de situatie in het onderwijs.
In deze tijden van thuiswerken zal de interactie binnen organisaties vooral online plaatsvinden. Interactie door collega’s is doorgaans niet zo’n probleem. Een terugkerend aandachtspunt is dat die interactie ook productief is. Om de kans hierop toe te laten nemen is het goed om bij elk contact, zoals een overleg, vooraf met elkaar te delen wanneer die interactie geslaagd is. Maak samen de zin af ‘Dit contact is succesvol geweest als we aan het eind…….hebben bereikt’.
Vervolgens kan de groep op bijvoorbeeld ¾ van het overleg de vraag stellen of aan alle kenmerken is voldaan. Zo niet, dan kan de rest van de afstemming worden gebruikt om daar aan te werken.
Kenmerk 4: Het belang van samenwerkingsvaardigheden in coöperatief samenwerken
Om op een goede manier te kunnen samenwerken, dienen teamleden over samenwerkingsvaardigheden te beschikken. De begeleider dient hier expliciet aandacht aan te besteden. Vaak zullen deze vaardigheden, voordat er begonnen kan worden met coöperatief leren, aangeleerd dienen te worden.
De suggestie bij dit kenmerk is om inspiratie hiervoor dichtbij te zoeken. In elke organisatie zijn er wel afdelingen of teams die bovengemiddeld sterk zijn in samenwerking. Nodig collega’s van die teams uit om hun ervaringen met jullie te delen. Wat maakt nu dat zij zo goed samenwerken? Hebben die collega’s geen tijd om dit te doen? Schakel dan externe hulp in. Een investering in het versterken van de samenwerkingsvaardigheden verdient zich doorgaans zo terug.
Kenmerk 5: Evaluatie van het groepsproces in coöperatief leren
Het is van belang dat, na afloop van de samenwerking, de groepsleden met elkaar bespreken hoe zij de samenwerking ervaren hebben. Wat ging er goed en wat zou er in de toekomst beter kunnen? Het team dient hier dus tijd voor vrij te maken. Die tip bij dit punt is om een informele omgeving te kiezen voor deze evaluatie. Ga bijvoorbeeld met elkaar wandelen. Of regel een sloep en ga het water op.
Een informele setting stimuleert teamleden om meer openheid te geven over wat hen bezighoudt. Bovendien is het goed voor de vitaliteit van medewerkers om zo nu en dan achter hun bureau weg te gaan en de natuur in te gaan.
Wil je na het lezen van dit artikel meer weten over coöperatief optimaliseren? Vraag dan hier de whitepaper aan met de titel ‘Hoe kunnen support functies samen beter verbeteren?’.